Help doorsnedeklasse kolom of ligger

Het bepalen van de doorsnedeklasse van de kolom gebeurt met tabel 5.2 van NEN-EN1993-1-1. Daarbij wordt voor een H- of I-profiel gekeken naar het lijf en de flenzen van de kolom. De grenswaarden die de verschillende doorsnedeklassen scheiden worden bepaald door de verhouding van c/t waarbij:

Lijf: c = hw (hoogte lijf) – 2*r (afrondingsstraal) en t = tw (dikte lijf)

Flens: c = 0,5*b (breedte profiel) – r (afrondingsstraal) – 0,5*tw(halve dikte lijf) en t = tf (dikte flens)

Alleen druk

Als de kolom belast wordt op zuivere druk staan zowel het lijf als de flens op druk. Daarbij geldt voor het lijf de middelste kolom van Tabel 5.2 (blad 1) en voor de flenzen de linkse kolom van Tabel 5.2 (blad 2).

blad 1: lijf alleen druk blad 2: flens alleen druk

afb. Tabel 5.2 NEN-EN1993-1-1 met kolom op zuivere druk.

Alleen buiging

Als de ligger belast wordt op zuivere buiging staat de flens op druk en het lijf op buiging. Daarbij geldt voor het lijf de linkerkolom van Tabel 5.2 (blad 1) en voor de flenzen de linkse kolom van Tabel 5.2 (blad 2).

blad 1: lijf alleen buiging blad 2: flens alleen druk

afb. Tabel 5.2 NEN-EN1993-1-1 met ligger op zuivere buiging.

Druk en buiging

Als de kolom belast wordt op druk en buiging is het lijf belast op druk en buiging. Daarbij geldt voor het lijf de rechter kolom van Tabel 5.2 (blad 1). In de formule staat nu een factor α die de verhouding van buiging en druk verdisconteert.

formule: α = 0,5*[1 + NEd/(fy*tw*hw)] -> ontleend aan SCI publicatie "Steel building design, Concise Eurocodes (P362, Table 5.1)

Voor de flenzen geldt net als bij de kolom op zuivere druk de linkse kolom van Tabel 5.2 (blad 2).

blad 1: lijf druk + buiging blad 2: flens druk + buiging (druk of trek)

afb. Tabel 5.2 NEN-EN1993-1-1 met kolom op druk + buiging.